De nieuwste MINI John Cooper Works (JCW) heeft veel kracht onder zijn iconische motorkap, maar maakt hij de reputatie van het merk op het gebied van kartgedrag op het circuit waar? Een vroege evaluatie onthult de sterke punten en frustraties terwijl deze hot hatch krappe bochten aanpakt en nauwkeurige input van de bestuurder vereist.
Als je de vernieuwde JCW binnenstapt, voelt het alsof je achter het stuur van een evolutie kruipt in plaats van een revolutie. Hij deelt zijn stijl met zijn volledig elektrische tegenhanger (afgezien van de prominente uitlaat), maar zijn mechanische hart klopt anders: een bekende 2,0-liter turbobenzinemotor van BMW, gecombineerd met een zeventraps automatische transmissie met dubbele koppeling. Terwijl het vermogen onveranderd blijft op 228 pk, is het koppel verhoogd naar 380 Nm – genoeg om deze kleine prestatieauto in een vlotte 6,1 seconden van 0 naar 100 km/u te stuwen en een topsnelheid van 250 km/u te bereiken.
Maar voor MINI-puristen (vooral degenen die zijn opgegroeid met het erfgoed van het merk) komt regelrechte acceleratie in rechte lijn op de achterbank te staan voor wendbaar bochtenvermogen. Om deze dynamiek echt te verkennen, bracht onze test de JCW naar de Curborough Sprint Course in Staffordshire – een kronkelend lint van asfalt waar precisie en balans voorop staan.
“De MINI had voldoende grip…zelfs als hij hard werd geduwd”
De circuitdag onthulde zowel de sterke punten als de frustraties van de auto.
Een van de eerste dingen die mij opvielen was de opmerkelijke grip van de JCW, zelfs onder agressief bochtenwerk; er was behoorlijk wat provocatie voor nodig voordat de auto zijn grenzen begon te tonen. De ophanging, afgesteld met merkbare stevigheid voor gebruik op de weg, transformeerde in een troef op het circuit – waardoor de MINI verrassende wendbaarheid en reactievermogen kreeg door snelle richtingsveranderingen. De kenmerkende MINI-besturing bood scherpe feedback en nauwkeurige weging, waardoor het vertrouwen verder werd vergroot en bestuurders werden aangemoedigd harder te pushen.
Dit streven naar het bochtennirvana verliep echter niet zonder problemen.
De transmissie, met zijn kleine schakelpeddels die onhandig achter het dikomrande stuur waren geplaatst, bleek een uitdaging tijdens hard rijden. Handmatig door de versnellingen schakelen in de krappe bochten van het circuit was lastig en onnauwkeurig; het voelde vaak handiger om de JCW in de automatische modus te laten staan, ondanks af en toe aarzeling bij het reageren op input van de bestuurder.
Wat de zaken op het circuit nog ingewikkelder maakte, was de gretigheid van de motor om te schakelen – zelfs bij het nastreven van maximale prestaties in hogere versnellingen. Dit beroofde de auto soms van waardevol momentum bij het uitkomen van een bocht, waarbij alle kracht en koppel nodig was die hij kon opbrengen.
Ondanks deze tekortkomingen heeft de MINI JCW de slopende dag zonder klachten doorstaan. De temperaturen bleven binnen aanvaardbare grenzen en de remmen vertoonden geen tekenen van vermoeidheid na aanhoudend gebruik.
Het vonnis? De MINI John Cooper Works levert opwindende circuitprestaties met zijn krachtige motor en nauwkeurige bediening. Maar een paar compromissen in de transmissie-opstelling verstoren een overigens indrukwekkende rijervaring op veeleisende circuits.























